Een steengroeve is een groeve waar bouwsteen ontgonnen wordt. De ontginning kan zowel bovengronds (via dagbouw) als ondergronds (dmv gesloten mijnbouw) plaatsvinden.
Soorten Steengroeven
Steengroeven zijn alomtegenwoordig, met een grote verscheidenheid aan soorten en gebruikstoepassingen. Hieronder een overzicht van de verschillende soorten steengroeven die we in België en Nederland kennen.
Naam | Steensoort | Vindplaats |
---|---|---|
Limburgse Mergelgroeven | Kalksteen | Belgisch en Nederlands Limburg |
Kalkfosfaatgroeven | Kalksteen | Wallonië |
Blauwe Hardsteen / Arduinsteen | Kalksteen | Wallonië |
Zwartmarmergroeven | Kalksteen | Wallonië |
Marmbre Grand Antique de la Meuse | Kalksteen | Wallonië |
Gobertangesteengroeven | Zandsteen | België |
Grès Famennien | Zandsteen | Wallonië |
Ijzerzandsteengroeven | Zandsteen | Hageland |
Leisteengroeven | Schist | Wallonië |
Molensteengroeven | Luxemburg |
Dagbouw vs Ondergrondse steengroeven
De ontginning van een steengroeve kan zowel plaatsvinden in open lucht (dagbouw) als ondergronds (gesloten mijnbouw). Beide ontginning vormen bieden hun eigen voor en nadelen. Vaak wordt afhankelijk van de locatie, diepte van het gesteente en de omgeving bepaald welke methode men verkiest. Economisch gewin weegt meestal sterker op tegen de impact op het milieu en het landschap. Tegenwoordig ligt de productiekost van een dagbouwgroeve lager dan die van een ondergrondse steengroeve. Ook qua veiligheid scoren dagbouwsteengroeves beter dan ondergrondse. Het succes van dagbouwgroeves is vaak dan ook hun grootste nadeel. Zolang er vraag is naar het gesteente zal het litteken in het landschap steeds groter worden. Dit niet alleen ten gevolge van de biodiversiteit maar ook tot de leefbaarheid in de omgeving. Denk maar aan het toenemende vrachtverkeer met het bijhorende geluids en stofoverlast.
Ontginningswijze ondergrondse steengroeven
Bij het starten van een groeve moet men natuurlijk eerst bij de te ontginnen steenlaag komen. Dit kan doorgaans op twee manieren.
Ontginning via Stollenbouw
Op plaatsen waar het gesteente dagzoomt kan men makkelijk een simpele horizontale drijfgang ontginnen tot men bij de goede steenlaag komt. Vaak vond hier al een kleinschalige dagbouw ontginning plaats, omdat het gesteente er makkelijk te ontginnen viel. Wanneer de vraag steeg ging men dan over tot het maken van een horizontale drijfgang. Dit was niet alleen de makkelijkste maar ook goedkoopste manier om bouwsteen te ontginnen. Vele van de Limburgse Mergelgrotten zijn op deze manier ontgonnen.
Via een dalwand kan men niet altijd direct de gewenste steenlaag bereiken. Soms moet men eerst nog een deklaag doorkruisen. Sommige steenlagen lopen ook schuin de diepte in. Dat brengt vaak extra moeilijkheden met zich mee, want de hellingsgraad van de drijfgang mag niet té steil zijn wil men de vrachten met ontgonnen steen nog naar buiten krijgen.
Bij grootschalige ontginningen waarbij men enkel de dekgronden dient te doorkruisen, kan men dit probleem overkomen door een kilometerslange schuin hellende drijfgang aan te leggen. Zo zijn er verschillende ondergrondse kalksteengroeven in Frankrijk die hierover beschikken, zodat de zware trucks naar buiten konden rijden. Echter voor kleinschalige ontginningen is het een dure aangelegenheid en bovendien beschikte men zelden over de nodige ruimte voor zo’n tunnel.
Wanneer men de gesteentelaag schuin de diepte in moet volgen, heeft men geen andere optie dan een takelsysteem te installeren, net zoals men bij schachtbouw zou doen. In Wallonië vinden we enkele zandsteenontginningen waar men de laag van het gesteente schuin de diepte in moet volgen. Hier maakt men dan weer gebruik van een smalspoor systeem met lieren op de geladen mijnkarretjes naar buiten te trekken.
Ontginning via schachtbouw
Op plaatsen waar een ontginning via Stollenbouw niet mogelijk is, rest er slechts een andere optie om de gewenste gesteentelaag te bereiken. Het graven van een diepe put (schacht) tot men de gesteentelaag bereikt en van daaruit horizontale drijfgangen ontginnen. Zo ontstond immers ook de oudste vorm van mijnbouw in onze streek, namelijk de prehistorische vuursteenmijnen in Zuid-Limburg.
Zowel in Belgisch Limburg als in Frankrijk treffen we meerdere kalksteengroeven aan die ontgonnen zijn via schachtbouw. Zo zijn er een aantal industriële schachtbouw ontginningen, maar in sommige regio’s vinden we ook vele dergelijke particuliere ontginningen. Vaak heeft men dan ergens in de achtertuin een toegang tot een groeve onder het eigen grondgebied. In sommige regio’s hebben de buren zo’n dergelijke toegang en langzaamaan raakten al die kleine ontginningen samengevoegd tot een groot ondergronds gangenstelsel.
Behalve een schacht langs waar de blokken naar boven getakeld werden, maakte men vaak ook een aparte trap naar beneden. In het mergelland noemen we deze “graeten”. Bovenaan de blokschacht plaatste men een hijsmechanisme dat de ontgonnen blokken naar de bovengrond bracht. In vroegere tijden werden deze wel eens aangedreven door paarden.
Verwerking van het gesteente
Om transportkosten te drukken worden de ontgonnen stenen op maat gekapt of gezaagd in een bovengronds atelier in de steengroeve. Vroeger was steenkapper dan ook een reizend beroep en trokken de werklui van atelier naar atelier, afhankelijk van waar er werk was.
Steengroeven anno 2024
Ook vandaag de dag zijn er nog verschillende steengroeven in Belgie actief. Zwartmarmer is wellicht het meest ontgonnen gesteente. De ontginning gebeurt vandaag de dag via dagbouw, al zijn er nog 2 actieve ondergrondse steengroeven in België: De zwartmarmer groeve in Golzinnes en de Ardoisière (Leisteengroeve) van Alle. In Nederland wordt er slechts op 1 plek nog ondergronds bouwsteen ontginnen, namelijk in de Sibbergroeve.