Op 25 oktober 1906 werd de concessie Les Liégeois, 4180 hectare groot goedgekeurd aan een consortium bestaande uit de firma NV John Cockerill, 2 Luikse mijnen en 3 lokale grondeigenaars. Onmiddellijk startte men met de aanleg van de spoorwegverbinding naar de lijn Hasselt-Maaseik alsook de bouw van een electriciteitscentrale. De eerste mijngebouwen werden in 1910 ingehuldigd.
Schacht II bereikte op 2 november 1924 eindelijk het kolenfront op een diepte van 556,2m. De eerste steenkolen werden datzelfde jaar nog bovengehaald en werden onder meer gebruikt in de hoogovens van Cockerill te Luik.