Vuursteenmijnen uit de 20e eeuw
Tijdens de mergelontginning probeerde men indien mogelijk de vuursteenlaag te vermijden. Vuursteen had immers weinig tot geen economische waarde en het kostte alleen maar extra tijd en moeite om de vuursteen weg te halen. Eind jaren 50 ontstond er echter een groeiende vraag naar vuursteen voor het gebruik voor straatstenen en maaltrommels. Zo worden rondom Eben Emael enkele kleine kalksteenontginningen gestart waar men de vuursteenlaag net opzocht. Het losse kalksteenpoeder dat er samen met de vuursteenlaag ontgonnen werd gebruikte men in de glasindustrie.
De ontginning gebeurde met behulp van explosieven. Eerst boorde men enkele diepe gaten in de mergelwand die men vervolgens opvulde met explosieven. Vervolgens werd een electrische lont aangebracht en het boorgat weer dichtgestopt met kalksteenpoeder alvorens men het het vanop een afstand tot ontploffing bracht. Op onderstaande foto zie je een voorbeeld van een achter gelaten werkfront waar de ontstekingskabels nog uit het dichtgestopte boorgat komen.
De ontgonnen vuursteen en het losse mergelpoeder werden dmv karretjes op smalspoor naar buiten gebracht: